De kracht van het narratief

Een goede film is nergens zonder een narratief. Hoewel fictiefilms en andere cinema het al decennia moeten hebben van solide verhaal, met alle meeslepende conventies en verhaaltrucjes van dien, begint het gebruiken van narratieve elementen in video(marketing) een alsmaar populairdere aanpak te worden. Maar wat is een narratief nou precies, en wat houdt het in? En, belangrijker nog: wat kan het narratief betekenen voor jouw video’s?

 

Het Narratief

Een narratief is eigenlijk gewoon een chique en academisch woord voor een verhaal. Bij narratologie wordt er onderzoek gedaan naar de anatomie van verhalen, en hoe bepaalde eigenschappen bepaalde gevoelens en reacties kunnen oproepen bij de mensen die het verhaal lezen of bekijken.

 

De Focalisator

Ieder narratief heeft een aantal eigenschappen die definiëren wat het opwekt bij het publiek, en een erg belangrijk motief binnen verhalen, is de focalisator. Een focalisator is als het ware de ‘avatar van de aanschouwer’: een centraal personage, meestal het hoofdpersonage, door wiens ogen de kijker of lezer het narratief waarneemt. De toeschouwer neemt dus alles waar wat de focalisator waarneemt, en daarbij speelt de aard van de focalisator dus een grote rol. Een voorbeeld waarbij dit erg duidelijk is, is Fight Club (1999). In Fight Club is de focalisator het hoofdpersonage Jack, vertolkt door Edward Norton, die door zijn slaapproblemen en sombere mentale staat een man begint te hallucineren waar hij een dubieuze vriendschap mee aangaat. Als de focalisator ook maar iemand anders in de film was geweest, zouden we Jacks gehallucineerde vriend Tyler niet kunnen zien, maar omdat we te maken hebben met een onbetrouwbare focalisator, krijgen we dus een vertekend beeld van het narratief.

Links zien we Tyler Durden (Brad Pitt), de hallucinatie van de focalisator Jack (Edward Norton), in Fight Club (1999)

Een focalisator kan intern of extern zijn. Interne focalisatoren nemen deel aan het narratief dat ze waarnemen en zijn dus ook personages binnen het verhaal. Externe focalisatoren staan buiten het verhaal, en zijn meestal dan ook de alwetende verteller van het narratief.

Het concept van een focalisator kan goed toegepast worden in een video. Hoewel de boodschap van een opdrachtfilm anders is dan die van een fictieve bioscoopfilm, kan het gebruiken van een focalisator, in plaats van een afstandelijk en objectief perspectief, een video veel meeslepender en persoonlijker doen voelen. Knusse close-ups of dynamische POV-beelden trekken de kijker mee in jouw video, en laten hen automatisch veel meer voelen voor wat gebeurd op het scherm, en dus ook de boodschap die de video brengt. En verassend genoeg is daar ook een hele goede reden voor.

 

De Spiegelfase

De kracht van de focalisator is verbonden aan een interessant filosofisch concept genaamd de ‘spiegelfase’, voornamelijk beschreven door een Franse psychoanalyst genaamd Lacan. Lacan zag dat baby’s, naarmate ze ouder werden, zichzelf begonnen te herkennen in de spiegel: hun spiegelbeeld stond volledig buiten hun lichaam, en toch wisten ze zich ermee te identificeren.

Maar ook buiten de wereld van spenen en luiers vindt deze zogenaamde spiegelfase een toepassing; een soortgelijke herkenning vindt plaats tussen iemand die een verhaal leest of kijkt, en het focaliserende personage in een narratief. Tijdens het lezen of kijken van een narratief, probeert het publiek zich te identificeren met de focalisator, en stelt zich daarmee open om emoties op te laten roepen door wat ze op het scherm of op de bladzijde waarnemen. Zelfs als de focalisator, net als het spiegelbeeld van de baby die nog geen compleet concept van zichzelf heeft, niet helemaal herkenbaar is voor de kijker, zal het toch een natuurlijke reactie zijn van de kijker om zich te proberen te verplaatsen in de schoenen van het centrale personage dat ze volgen.

 

Verhaalstructuren

Als de focalisator en de spiegelfase het hart en brein zijn van een narratief, heeft het natuurlijk ook een geraamte nodig, of het valt als een vlezige homp in elkaar. Dat is waar we narratieve structuren voor hebben. Ook wel bekend als verhaalstructuren, doen ze precies wat hun naam suggereert: ze functioneren als het geraamte waar het narratief aan hangt, en bestaan uit spanningsbogen die fluctueren tussen positieve en negatieve (keer)punten in het verhaal.

Vanaf het moment dat mensen verhalen begonnen te vertellen, bestonden deze structuren al, en omdat ze zo essentieel zijn bij het construeren van een narratief, kennen de meeste mensen er al een hoop, zelfs als ze niet bekend zijn met de namen die de structuren krijgen.

Er bestaat ook wat overlap tussen de structuren, en aangezien de creatieve wereld in het teken staat van vrijheid, kunnen alle structuren gecombineerd worden.

 

Komedie en Tragedie

Een van de oudste en simpelste verhaalstructuren, zijn die van de klassieke tragedie en komedie. Deze twee narratieve structuren zijn complete tegenpolen van elkaar, en hebben dus precies een tegenovergesteld effect. Bij de klassieke tragedie begint het narratief positief, met een klim naar een hoogtepunt in het leven van het hoofdpersonage… waarna deze vervolgens in een neerwaartse spiraal terechtkomt, en het narratief eindigt met een ware catastrofe. Deze plotpunten vormen, met het rijzen en dalen van de spanning er tussenin, de zogenaamde ‘Freytag’s Pyramid’. De klassieke komedie doet precies het tegenovergestelde: het begint pessimistisch, maar na een dieptepunt dat bij een tragedie meestal het einde zou zijn, herpakt het hoofdpersonage zich en stijgt het narratief naar een happy ending toe.

Voor sommige video’s werkt deze eenvoudige structuur geweldig. Zeker in korte filmpjes, waarin een punt snel gemaakt moet worden, komt dit klassieke duo goed van pas. De verhouding tussen actie en consequentie is erg helder in deze verhaalstructuur, en kan daarom goed gebruikt worden in een video die de kijker wil aansporen een goede keuze te maken (of een bepaalde slechte keuze niet te maken).

 

Voorbeelden: Oedipus Rex (klassieke tragedie), Matilda (klassieke komedie).

 

Three Act Structure

Als de klassieke tragedie en komedie dan te simpel zijn voor het narratief dat je wil vertellen, kan je altijd nog een opstapje maken naar de zogenaamde Three Act Structure. Wat kenmerkend is aan deze narratieve structuur is dat het drie verschillende climaxen kent: de catalyst, de gebeurtenis in het begin van het verhaal dat alles op stelten zet, het middelpunt, oftewel een gebeurtenis die op de helft van het verhaal voorkomt en goed laat zien hoe het hoofdpersonage aan het groeien is, en tenslotte de climax op het einde, de grote finale of het laatste gevecht. Door deze drie climaxen, aan elkaar geregen door twee ‘plotpunten’ (vaak in de vorm van een subplot of een tijdelijke terugval), zijn we in staat deze verhaalvorm in drie losse aktes te verdelen, en dat is dan ook precies waar de naam vandaan komt.

Net zoals de klassieke tragedies en komedies is de Three Act Structure al behoorlijk oud, maar in termen van populariteit overstijgt het zeker zijn stokoude broertjes. Syd Field, een grote naam in de wereld van scenarioschrijven, zette de schijnwerpers op de Three Act Structure in 1979, met zijn legendarische boek “Screenplay: The Foundations of Screenwriting”. Sindsdien wordt de Three Act Structure door velen gezien als de fundering van veel succesvolle Hollywoodfilms.

Wat video’s betreft, is de Three Act Structure ook zo nutteloos nog niet. De Three Act Structure doet het zo goed in mainstream cinema omdat het inspeelt op de verwachtingen en spanningsboog van de kijkers: het is herkenbaar, bijna stereotiep, waarbij men uitgaat van een happy ending met een wijze les. Een video die gebruikmaakt van de Three Act Structure kan dan ook goed inspelen op deze verwachtingen. Zo komt deze structuur goed van pas bij video’s die de kijker iets willen leren over bepaalde methoden of aanpakken, aangezien de Three Act Structure kan laten zien hoe deze methoden omgaan met tegenslagen en uiteindelijk hun succes behalen.

 

Voorbeelden: Pride and Prejudice, Jurassic Park.

 

Fictean Curve

Hoewel de grafiek vol details zit, is de kracht van de Fictean Curve hoe eenvoudig het is. De Fichtean Curve bestaat uit drie elementen: de toenemende spanning, die zich manifesteert in kleine crisissen, de grote climax, en het afbouwen van de actie, oftewel de reactie op de climax. Deze Curve is in de narratieve wereld vooral populair bij thrillers en narratieven met veel spanning, mysterie of actie, en kan dus ook goed gebruikt worden voor een vlotte video waarbij de boodschap met best wat pit gebracht mag worden.

Op het eerste gezicht lijkt de Fichtean Curve misschien wel op de klassieke tragedie in Freytag’s Pyramid, maar bij die narratieve structuur rust er veel meer nadruk op de introductie en de conclusie van het verhaal. Daarnaast ligt de nadruk ook niet per se op het bereiken van een ultiem dieptepunt. De Fichtean Curve is bij uitstek dus simpel, vlot en effectief, en daarmee een perfecte kandidaat voor video’s.

Bij een video waarin het doel is om de kijker bekend te maken met een oplossing voor hun problemen, zoals een reclame voor een schoonmaakmiddel of een promotievideo voor een sociale dienst, komt de Fichtean Curve goed tot z’n recht.

 

Voorbeelden: The Wizard of Oz, World War Z, The Hunger Games.

 

De Reis van de Held

Toch is een van de meest treffende verhaalstructuren de zogenaamde Reis van de Held. Deze narratieve structuur, die bestaat uit 12 stappen, kan in talloze populaire narratieven teruggevonden worden; veel mensen weten dus eigenlijk al hoe het in elkaar steekt, zelfs als ze niet bekend zijn met de naam. De Reis van de Held, ook wel bekend als de ‘monomyth’, is net zoals de tragedie en komedie een van de oudste en bekendste verhaalstructuren.

Antropologen en andere cultuurwetenschappers waren al bekend met het bestaan van de Reis van de Held, maar Joseph Campbell, een Amerikaanse literatuurwetenschapper die vooral actief was halverwege de 20ste eeuw, populariseerde de term buiten het academische veld. Campbell’s Reis van de Held raakte geliefd in de filmwereld, en prominente figuren zoals Star Wars-bedenker George Lucas raakten erdoor geïnspireerd.

En na de filmwereld, volgde ook de rest. De monomythe is ook goed toe te passen op video’s die niet bedoeld zijn als entertainment. In samenwerking met het bedrijf Double Healix, die van de monomythe een module heeft gemaakt die kan helpen bij zaken zoals leiderschap, heeft Online Video Producties een voorbeeldvideo geproduceerd die laat zien hoe alle stappen van de Reis van de Held terug kunnen keren in een video.

De reis van de held is lang en complex, maar zoals te zien is in de voorbeeldvideo kan het in een korte tijdspanne in z’n geheel doorlopen worden. Bij de monomythe is er veel aandacht voor het leren van een les en het overwinnen van obstakels en tegenslagen, waardoor deze verhaalstructuur zich goed leent voor video’s waar het aanbieden van oplossingen of diensten centraal staat. Het inspireert mensen om niet op te geven, en verdient daarom zeker een plekje in de wereld van de video.

 

Voorbeelden: The Lord of the Rings, Star Wars: A New Hope.

 

Conclusie

Uiteindelijk kunnen we dus wel zeggen dat het narratief, met z’n wortels in zowel film als literatuur, ook prima gebruikt kan worden om een goede non-fiction video te maken. Interessante focalisators en de spiegelfase waar ze van afhankelijk zijn kunnen zorgen voor veel betrokkenheid bij de kijker, waardoor de boodschap van de video nog beter aankomt, en narratieve structuren kunnen zorgen voor spanning en intrige die de kijker zeker bij de les zullen houden.

Reageer